cc quelqun pourrait traduire mes phrase svp
2) Verbind de zinnen met "om...te". 1. Je neemt de bus. Je gaat naar school. 2. Je blijft in de studie. Je maakt jouw huiswerk. 3. Je leert je woordenschat. Je behaalt mooie resultaten. 4. Je belt je vriendin op. Je nodigt haar uit. 5. Je blijft thuis. Je kan met je buren spreken. 6. Ik studeer Engels. Ik begrijp Engelse liedjes. 7. Ik bel mijn dokter op. Ik maak een afspraak. 8. Hij gaat naar de frietkraam. Hij eet frietjes. 9. Ik bel mijn pennenvriend op. Ik praat met hem. 10. Ik heb mijn GSM nodig. Ik stuur sms'jes.